Stormvloedkering

Zaterdag 4 oktober 1986 stelde koningin Beatrix de stormvloedkering in de Oosterschelde officieel in gebruik. Ze werd daarbij begeleid door de Minister van Verkeer en Waterstaat N. Kroes en de directeur-generaal van Rijkswaterstaat ir. J. van Dixhoorn. Vele hoge gasten woonden de plechtigheid bij, waaronder prinses Juliana, prins Bernhard, koning Boudewijn en koningin Fabiola van België, het Britse prinselijke paar Andrew en Sarah, president Weisäcker van Duitsland en president Mitterrand van Frankrijk. Ook premier Lubbers en minister Van den Broek van buitenlandse zaken hoorden tot de genodigden. Om even voor 12 uur haalde de koningin de hendel over waardoor de schuiven gingen sluiten. In het uur dat ze nodig hadden om helemaal dicht te gaan, kregen de tachtig gasten een rondleiding op de kering en bezochten de Delta Expo in het bedieningshuis. Om één uur waren de schuiven dicht en met de woorden ‘Met de voltooiing van de Deltawerken is een veilige toekomst zeker gesteld’, stelde Beatrix de stormvloedkering officieel in gebruik. Hierop vertrok het gezelschap per bus naar Veere waar de koningin haar gasten in het stadhuis een lunch aanbood. In de vierschaar vond een korte ontvangst plaats en werd een aperitief aangeboden. Op een tafel stond een met oranje rozen opgeschikte zilveren bokaal, uitgeleend door het hof, die ooit een geschenk was van de provincie Zeeland aan Willem III. In een achter het stadhuis aangebouwd noodkeukentje legde hofkok Pierre Krans intussen de laatste hand aan de lunch. Deze vond plaats in de raadzaal die overdadig met bloemen en planten was versierd. Toen de gasten aan twee ovale tafels waren aangezeten, werden de lunchgerechten geserveerd. Een in feuilletedeeg vormgegeven vis, met daarin Zeeuws zeebanket, een Zeeuws tarbotgerecht met garnalensaus en iets frissigs met frambozen als toetje. Bij de lunch werd champagne geschonken en een Pouligny-Montrachet, een witte Bourgonge uit 1983. Tegen half vier kwamen de bezoekers weer naar buiten. Buiten het officiële draaiboek om maakten ze een wandeling over de Kaai om vanaf het hoofd achter de Campveerse toren een blik te richten op het Veerse Meer. Daarna begaven ze zich per bus naar een terrein bij Zanddijk, waar de helikopters voor vertrek gereed stonden.